Voor de lozing van regenwater op de waterloop is een machtiging vereist van de beheerder van de waterloop. Deze machtiging wordt meestal verleend samen met de stedenbouwkundige vergunning.
Bij het toekennen van deze machtiging zal het provinciebestuur rekening houden met de toestand en het afvoervermogen van de waterloop.
Lozingen mogen geen wateroverlast veroorzaken of een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Indien nodig kan de provincie specifieke voorwaarden opleggen, zoals extra buffering, infiltratievoorzieningen en een taludversterking rond de lozingsbuis.
Wanneer je wilt starten met een bouwproject, neem je best zo snel mogelijk contact op met de dienst Water en Domeinen om samen met jou naar oplossingen te zoeken om het regenwater zoveel mogelijk op te vangen voor hergebruik, infiltratie en buffering zodat het regenwater niet onmiddellijk van het perceel wordt afgevoerd. Op die manier wordt enkel de noodoverlaat aangesloten op de beek die enkel in werking treed bij hevige en langdurige neerslag.
Als je voldoende gedetailleerde plannen van de lozingsconstructie opneemt in jouw aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning, wordt de machtiging geïntegreerd in de stedenbouwkundige vergunning.
Voorzie minstens een grondplan, dwarsprofiel en detailplan van de waterloop ter hoogte van de geplande werken. Het dwarsprofiel van de waterloop (bodem en oevers) vermeldt volgende gegevens:
- de bestaande en te realiseren toestand
- het niveau van inplanting van de kunstwerken en lozing
- de referentiepeilen ten overstaan van vaste punten en/of de waterpassing.
Heb je nog vragen of wil je voorbeelden of principeschetsen, contacteer de dienst Water en Domeinen via onderstaande gegevens.