De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Hoofdstuk 1: de installatievergadering en het onderzoek van de geloofsbrieven en de eedaflegging

Artikel 1

Na de provincieraadsverkiezingen en na de geldigverklaring van de provincieraadsverkiezingen van het kiesarrondissement Limburg, indien er geen bezwaar werd ingediend, vindt de installatievergadering van de provincieraad plaats op een van de eerste vijf werkdagen van december.
De verkozen provincieraadsleden worden met het oog hierop door de uittredende voorzitter van de provincieraad ten minste veertien dagen voor de installatievergadering in kennis gesteld van de datum, het uur en de plaats van de installatievergadering.

Bij ontstentenis van oproeping door de uittredende voorzitter van de provincieraad vindt de installatievergadering van rechtswege plaats in het provinciehuis op de eerste werkdag van december om 10 uur. De verkozen provincieraadsleden worden hiervan door de provinciegriffier ten minste acht dagen voor de installatievergadering op de hoogte gesteld.

Indien bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en indien die vervolgens toch geldig werd verklaard of indien die vervolgens ongeldig werd verklaard en er een nieuwe verkiezing moet gehouden worden, worden de nieuw verkozen provincieraadsleden door de uittredende voorzitter van de provincieraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van respectievelijk de verkiezing of de nieuwe verkiezing definitief is, doch in het eerst vermelde geval ten vroegste op een van de eerste vijf werkdagen van december. Indien de nieuw verkozen raadsleden niet zijn bijeengeroepen overeenkomstig hetgeen in dit lid is bepaald, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van de deputatie volgens hun rangorde.

Indien de installatie van de provincieraad ten gevolge van een wijziging van de zetelverdeling niet kan plaatsvinden op de wijze vermeld in het eerste lid van dit artikel, dan worden de nieuw verkozen raadsleden bijeengeroepen op de wijze en binnen de termijn vermeld in het derde lid van dit artikel nadat de zetelverdeling definitief is.

Artikel 2

De installatievergadering wordt voorgezeten door de uittredende voorzitter van de provincieraad. Hij blijft voorzitter van de installatievergadering tot er een nieuwe voorzitter verkozen is. Indien de uittredende voorzitter van de provincieraad de installatievergadering niet kan voorzitten wordt ze voorgezeten door een uittredend lid van de provincieraad dat opnieuw verkozen werd en dat de hoogste anciënniteit als provincieraadslid bezit of, bij gelijke anciënniteit, door de oudste van hen.

Artikel 3

Tijdens de installatievergadering geeft de voorzitter aan de vergadering kennis van de door hem ontvangen schriftelijke mededelingen waarbij tot provincieraadslid verkozenen verklaard hebben afstand te doen van het mandaat.

Nadat de provincieraad kennis heeft genomen van de in het eerste lid van dit artikel vermelde verklaringen, gaat hij over tot het onderzoek van de geloofsbrieven van de verkozen provincieraadsleden en van de opvolgers die een verkozene zullen vervangen die afstand van mandaat heeft gedaan. De raad beslecht tevens de geschillen die hieromtrent rijzen.
Het onderzoek en de uitspraak van de raad beperken zich tot de verkiesbaarheidsvereisten en de onverenigbaarheden.

Artikel 4

Met het oog op het onderzoek en de goedkeuring van de geloofsbrieven stelt de provincieraad in zijn midden twee bijzondere commissies van elk vijf verkozen raadsleden samen om een voorbereidend onderzoek van de geloofsbrieven uit te voeren.
Een eerste commissie, die wordt samengesteld uit vijf door het lot aangewezen verkozen raadsleden uit het district Hasselt, wordt belast met het voorbereidend onderzoek van de geloofsbrieven van de verkozen raadsleden uit de districten Maaseik en Tongeren. Een tweede commissie, die wordt samengesteld uit vijf door het lot aangewezen verkozenen uit de districten Maaseik en Tongeren, wordt belast met het voorbereidend onderzoek van de geloofsbrieven van de verkozen raadsleden uit het district Hasselt.

Elke van deze bijzondere commissies benoemt uit haar midden een voorzitter en een verslaggever. De verslaggever brengt aan de raad verslag uit over de onderzoekswerkzaamheden van de bijzondere commissie en deelt de bevindingen en voorstellen van de commissie mee aan de raad.

De bijzondere commissie kan, hetzij op eigen verzoek hetzij op verzoek van een verkozene waarvan de geloofsbrieven aan haar onderzoek onderworpen zijn, overgaan tot het horen van een verkozene.

De bijzondere commissie mag aan de provincieraad de goedkeuring of de niet-goedkeuring voorstellen van de geloofsbrieven die aan haar voorbereidend onderzoek onderworpen zijn. Zij mag eveneens de verdaging van de goedkeuring van geloofsbrieven voorstellen en een bijkomend onderzoek aanbevelen.
Indien de raad beslist om tot een bijkomend onderzoek over te gaan, belast hij hiermee de bijzondere commissie en stelt hij haar taak vast.

Artikel 5

De provincieraad doet, op verslag van elk van de bijzondere commissies vermeld in artikel 4, uitspraak over de goedkeuring van de geloofsbrieven. Alle verkozen provincieraadsleden en de opvolgers, die ingevolge de afstand van mandaat door een rechtstreeks verkozene tot het mandaat van provincieraadslid geroepen zijn, mogen aan de bespreking en de stemming over de goedkeuring van de geloofsbrieven deelnemen, behalve aan de geïndividualiseerde stemming over hun eigen geloofsbrieven. De rechtstreeks verkozenen en de opvolgers wier installatie verdaagd of niet aanvaard is, mogen niet meer verder deelnemen aan de besprekingen.

Artikel 6

De verkozenen van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, leggen, vóór ze het mandaat van provincieraadslid aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." De uittredende voorzitter van de installatievergadering legt, indien hij herkozen werd als provincieraadslid, dezelfde eed af in handen van het provincieraadslid dat de meeste anciënniteit bezit of, bij gelijke anciënniteit, in handen van de oudste van hen.

Wanneer een raadslid afwezig is op de installatievergadering, wordt hij uitgenodigd om de eed af te leggen tijdens de eerste daaropvolgende vergadering.

Raadsleden die aanwezig zijn op de installatievergadering doch die weigeren de bovenvermelde eed af te leggen en raadsleden die afwezig zijn op de installatievergadering en die, na een uitdrukkelijke oproep, zonder geldige reden afwezig zijn op de eerste daaropvolgende vergadering, worden geacht afstand te hebben gedaan van hun mandaat.

Artikel 7

Onmiddellijk na de eedaflegging van de provincieraadsleden tijdens de installatievergadering van de nieuwe provincieraad stelt de provincieraad de rangorde van de provincieraadsleden vast overeenkomstig de voorschriften die terzake zijn vervat in artikel 7, § 6 van het provinciedecreet.

De opvolgers die na de installatievergadering als provincieraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in.  De provincieraad past de rangorde van de provincieraadsleden aan telkens na de installatie van een opvolger.

Artikel 8

Indien een mandaat van provincieraadslid vacant wordt en moet worden ingenomen door een opvolger en indien, in de gevallen en voor de periode bepaald in artikel 14 van het provinciedecreet tot plaatsvervanging van een verhinderd provincieraadslid door een opvolger moet worden overgegaan, voert de provincieraad een aanvullend onderzoek uit van de geloofsbrieven van de opvolger.
Met het oog hierop stelt de provincieraad een bijzondere commissie van vijf door het lot aangeduide provincieraadsleden samen die belast wordt met het voorbereidend aanvullend onderzoek van de geloofsbrieven van de opvolger. Deze bijzondere commissie treedt op op de wijze zoals bepaald in artikel 4, tweede, derde en vierde lid van dit reglement.
De provincieraad doet, op verslag van deze met het aanvullend onderzoek belaste commissie, uitspraak over de goedkeuring van de geloofsbrieven van de opvolger.

De in het eerste lid van dit artikel vermelde procedure vindt eveneens toepassing bij het onderzoek of de vertrouwenspersonen, bedoeld in artikel 18 van het provinciedecreet, voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 18, § 1 van het provinciedecreet.

naar het online platform Limburg in cijfers
Vacatures
Belastingen

Nieuws

vrijdag, 18 oktober 2024
Check je E-box Enterprise!
Op vrijdag 18 oktober zijn ongeveer 102.000 aanslagbiljetten provinciebelasting voor bedrijven verzonden. Bedrijven die voor 4 oktober 2024 een account in e-Box Enterprise-account hebben aangemaakt,...
donderdag, 03 oktober 2024
be alert
Op initiatief van het Nationaal Crisiscentrum hebben steden, gemeenten en provincies in heel België vandaag het waarschuwingssysteem BE-Alert aan een grondige test onderworpen. In Limburg namen 37 lokale...

Provincie Limburg is ook social