Het aantal geregistreerde LCO’s in 2016 bedroeg 1.006. Dit ligt in de lijn van de vorige jaren:
- 2015: 979 LCO’s
- 2014: 1.091 LCO’s
- 2013: 1.019 LCO’s
- 2012: 958 LCO’s
De afgelopen 6 jaar gingen er in Limburg gemiddeld 1.000 LCO’s per jaar door. Daarbij zijn er steeds meer follow-ups of opvolgvergaderingen dan nieuwe LCO’s. Het lokaal cliëntoverleg is geen eenmalig gebeuren.
Doorheen het cliëntoverleg wordt een dialoog opgestart. Gezien het opzet en de doelgroep van het lokaal cliëntoverleg is het niet verwonderlijk dat er meer follow-ups zijn dan eerste LCO’s. In 2016 bedraagt het aandeel follow-ups 72 %. Het toont heel duidelijk aan dat via de LCO’s een traject wordt uitgestippeld en opgevolgd. Doorgaans volstaat één overlegmoment of ad hoc interventie niet bij deze doelgroep maar is een integrale aanpak en opvolging aangewezen.
Omgekeerd komt het aandeel nieuwe LCO’s uit op bijna 30 %: iets meer dan 1 op 4 LCO’s betreft een nieuwe aanvraag. Aangezien het LCO zich richt naar mensen met meervoudige problemen die hulp krijgen van meerdere hulpverleners tegelijk, betekent dit dat er in 2016 in Limburg 283 "nieuwe" cliënten in een maatschappelijk kwetsbare positie zijn aangemeld om via het LCO ondersteund te worden.
De aanvragen voor nieuwe LCO’s kwamen in 2016 vooral van de OCMW’s, de Geestelijke Gezondheidszorg, het onderwijs, het netwerk van de cliënt, het CAW, de Intersectorale Toegangspoort van het Agentschap Jongerenwelzijn en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.