De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Natuur en flora in Limburg

Berten Robert
LISEC
GEnk: Robert Berten, 1990, 235 p. : ill. + 5 bijlagen
Geschreven in 1991
Gepubliceerd in 1991

In mei 1990 verscheen het boek 'Natuur en Flora in Limburg' van Robert Berten. Dit is een naslagwerk over de natuur in Limburg. Door het Lisec alsmede door de diensten van Waters en Bossen, de Rijksdienst voor Monumenten en Landschappen en door diverse natuurverenigingen zijn eind '70, begin '80 inventarissen gemaakt van het rijke natuurbezit van de provincie Limburg. In totaal werden 350 grote en kleine gebieden onderscheiden. In 1982 zijn deze waardevolle natuurgebieden alle ingetekend op een kaart met als achtergrond een raster (1 x 1 km). Zo ontstond de ekotopenkaart, die in klein gedrukt werd. Toen begon men met de beschrijvingen van de belangrijke zones. Aangezien er 350 waardevolle natuurterreinen onderscheiden werden, zijn ze in dit boek behandeld in een aantal hoofdstukken. Eerst wordt er aandacht besteed aan de abiotische kenmerken: men behandelt daar de geologische-geomorfologische opbouw, de bodems en de vorming van het landschap. Verder bespreekt men welke belangrijke rol de menselijke ingrepen gespeeld hebben op de omgeving. De beschrijving van de ekologisch waardevolle gebieden wordt aangevat met deze die een natuurlijk karakter bezitten zoals de beekvalleien, de getuigenheuvels en de landduinen. Daarna volgende de hoofdstukken waarin de semi-natuurlijke en de artificiële milieus bekeken worden, namelijk de bossen, de heide, de vennen, de vijvers, de wateringen, de terrils van de steenkoolmijnen, de grote natuurcomplexen - de naaldhoutgebieden, het complex loofhout en weiland, het ortolanengebied, de weilanden, de weidevogelgebieden -, het landschap is de Maasvallei, de lineaire elementen - holle wegen, kanalen, spoorwegen - en tenslotte de hoogstamboomgaarden. Na deze omvangrijke omschrijving wordt nagegaan hoe ver het staat met het behoud, het beheer en de b escherming van deze gebieden. In dat hofstuk wordt ook een analyse gemaakt van de geklasseerde landschappen en van de staats-, de provinciale - en de privéreservaten. op het einde van het boek vindt men registers met de geciteerde planten, de geomorfologische karakteristieken, een aantal natuurbegrippen, de geografische termen en uiteraarde de bibliografie. Heel wat specialisten werkten mee aan het totstandkomen van de teksten. Het boek streeft in eerste instantie naar het benadrukken van het natuureducatieve aspect. Een tweede opzet van het boek is erop gericht een grote rol te spelen bij natuurbehoud en landschapszorg in de provincie Limburg. Het geeft in een semi-wetenschappelijke, voor iedereen begrijpelijke taal, een goed gedocumenteerd overzicht van de rijkdom aan natuur en landschap in Limburg. De in kleur uitgevoerde ekotopenkaart is voorzien van diverse transparanten, als losse bijlage in het boek opgenomen. Het zou de moeite zijn dat binnen enkele jaren een nieuw check-up zou gebeuren om de evolutie van het ekotopenbestand opnieuw vast te leggen.

 

Plaatsen

  • Limburg