Zowel het landschap als de mobiliteit zijn sterk gewijzigd sinds 1841. In de loop der jaren werd een deel van de buurtwegen ingericht voor gemotoriseerd verkeer. Veel steenwegen tussen dorpskernen zijn oude buurtwegen. Nieuwe spoorwegen, kanalen, autowegen en verkavelingen werden aangelegd. Nieuwe wegen werden vaker niet dan wel opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen.
Veel oude buurt- en voetwegen raakten in onbruik door de opkomst van de auto. De eigenaars van de percelen waarover de wegen liepen namen veel van deze verbindingen stilzwijgend in.
De laatste jaren is er terug meer aandacht voor de oude buurt- en voetwegen. Het zijn trage wegen en ze zijn ideaal als snelle en veilige verbinding voor voetgangers en fietsers. Hierin schuilt de belangrijkste waarde van de Atlas van de Buurtwegen: deze oude buurt- en voetwegen zijn het vertrekpunt bij het ontwerpen van tragewegennetwerken.